Aanleggen

Alleen als je baby goed is aangelegd, kan hij de borst goed leegdrinken en krijgt je baby voldoende melk binnen. Vervelende klachten zoals pijnlijke tepels, verstopte melkkanaaltjes of een borstontsteking kunnen door goed aanleggen worden voorkomen. Als je je baby gaat voeden, zorg er dan voor dat je ontspannen zit en ongestoord de borst kan geven. Hierdoor zal de baby beter kunnen drinken.

10 aandachtspunten bij het aanleggen:
1. Ga ontspannen zitten en zorg voor voldoende ruggensteun. Zorg dat je ongestoord de borst kan geven, want als de baby niet wordt afgeleid door harde, onverwachte geluiden zal de baby beter kunnen drinken.

2. Leg een kussentje klaar of gebruik een voedingskussen om je baby op de goede hoogte te houden (tepelhoogte), zonder dat dit teveel kracht van je arm vraagt.

3. Leg je baby met zijn buikje tegen jouw buik. Het hoofdje, nek, schouders en ruggetje ligt in één rechte lijn. Zorg dat zijn gezichtje gericht is op de borst, en dat het neusje en mondje tegenover de tepelhof zijn. Je kunt je baby met één arm ondersteunen. Je hebt je andere hand dan vrij om je borst te ondersteunen.

4. Als je met je tepel de lipjes van je baby aanraakt doet hij zijn mondje open. Als zijn mondje wijd open is, “knijp” je je borst zachtjes wat platter en breng je je baby helemaal naar de borst, zodat hij een grote hap borst in de mond kan nemen.

5. Na het aanleggen ligt het hoofdje achterover, het neusje ligt vrij en het kinnetje drukt zachtjes in de borst. Soms kan het lijken alsof de baby geen adem kan halen. Druk dan de billen dichter even tegen je aan. Hierdoor zal het hoofdje verder achterover buigen, zodat het neusje vrijkomt van de borst.

6. Na het toehappen is de onderlip naar buiten gekruld. De wangetjes zijn bol en er zijn geen smakgeluidjes. Het eerste aanzuigen kan gevoelig zijn (ongeveer 1 minuutje), je moet tenslotte aan het zuigen wennen. Na ongeveer 2 weken is dit over. Borstvoeding geven hoort geen pijn te doen!

7. Je kind zal in het begin korte snelle zuigbewegingen maken en daarna flinke teugen met af en toe een rustpauze. Je hoort de baby slikken.

8. Haal de baby van de borst en onderneem een nieuwe poging als het voeden pijn doet. Verbreek altijd eerst het vacuüm door bijvoorbeeld je pink voorzichtig in het mondhoekje te steken. Pijn wordt bijna altijd veroorzaakt doordat de baby niet goed is aangelegd. Schakel direct hulp in als de pijn blijft, bijvoorbeeld van een lactatiekundige.

9. Als de baby voldaan is laat de baby de borst vanzelf los. Houd de baby goed rechtop voor een eventuele boertje en biedt daarna de andere borst aan. Zeker in het begin willen sommige baby’s na de tweede borst nog meer drinken. Bied dan weer de eerste en eventueel tweede borst aan.

10. Kijk na de voeding of je tepel mooi rond is of afgeplat: een platte tepel raakt beschadigd. Om dit te voorkomen moet de baby zijn mondje wijder open doen, zodat de tepel met een deel van de tepelhof goed in het mondje terecht komt.